vrijdag 8 augustus 2014

Heimwee

Niet zo geschreven, maar wel zo gelezen:


Verrebroek, 6 augustus 2014

Liefste mama,

We doen hier leuke activiteiten, de leiding is leuk, het eten is lekker en mijn vriendinnen zijn lief. Maar ik kan niet schrijven dat ik het hier leuk vindt, daarvoor is de heimwee te allesoverheersend.

Hoe heimwee werkt hoef ik jou niet uit te leggen, mama, ik heb haar immers van jou geërfd, die ziekte die geen ziekte is. Omdat het een combinatie is van gevoeligheden en eigenaardigheden die bij elke patiënt anders is, bestaat er geen remedie. Google leverde hooguit een paar lapmiddeltjes op en de troost dat jouw dochter niet het enigste slachtoffer is.

Ik weet dat je je zorgen maakt, omdat de heimwee mijn vrijheid beperkt. Van logeren bij vriendinnetjes was vroeger geen sprake, nu lukt het al eens mits goede zorgen en een intensieve begeleiding door de gastmama. Interne sport- of themakampen zijn voor mij geen optie en eigenlijk zag ik dit chirokamp ook niet zitten. Maar ik ben al 10 en ik weet hoe hard je hoopt op een wonderbaarlijke genezing. Ik moest mee, van mezelf, maar vooral voor jou.

Zeven dagen is te lang. Eerst was ik vooral bang van de heimwee, dan kwam de heimwee zelf: ’s avonds kreeg ik buikpijn als ik aan jou dacht, nu overvalt het gevoel me ook overdag en ik kan mijn tranen niet meer bedwingen. Ik ben bang dat mijn vriendinnen me een aansteller vinden en daardoor ga ik nog meer naar huis verlangen, waar iedereen me kent en begrijpt. 
Mijn knuffel, alle kaartjes en briefjes waar de hele familie - onder zachte dwang van jou - mij mee bombardeert, de verwoede pogingen van de leidsters om me af te leiden,.. Het is als een spiegeltje hangen voor een eenzame kanarie: die kanarie apprecieert wel je goede bedoelingen, maar uiteindelijk wil die gewoon een tweede kanarie als gezelschap. De enige die mij terug kan opmonteren ben jij, mama.

Je vraagt je vast af of je iets verkeerd deed. Had je me vroeger vaker een duwtje in de rug moeten geven? Heb je te vaak toegegeven aan mijn grillen toen ik kleiner was? Maar kijk dan naar mijn zus, die loopt hier ook rond, blakend van zelfvertrouwen. Thuis is wel het laatste waar zij aan denkt en ze kreeg toch min of meer dezelfde opvoeding als ik.

Ik tel de dagen af. Vandaag zijn het er nog vier en dat lijkt een eeuwigheid.

Ik weet hoe het zal gaan als jullie ons zondag komen ophalen. Ik zal van pure opluchting in tranen uitbarsten en niet meer van jullie zijde wijken. De leiding zal enthousiast afscheid nemen en ik zal beschaamd om mijn tranen eens schaapachtig knikken. Thuis zal ik dagenlang gelukzalig genieten in de zetel met een stapel boeken en de poes op mijn schoot. En intussen zal mijn zus op haar manier afkicken van kamp met driftbuien en veel dramatiek.

Dat had je vast niet gedacht hé, mama, toen je ons op de wereld zette, dat het zo moeilijk zou zijn. Je dacht dat de onderbroken nachten en een uitgelopen diarreepamper zo ongeveer het dieptepunt van het moederschap zouden zijn. De emotionele veldslag die je voor elk van je kinderen zou moeten leveren, daar had niemand je voor gewaarschuwd. Vergeet je niet mij daar nog even op te wijzen voor ik zelf aan kinderen begin? Ik vertrek liever gewapend ten strijde.

Tot zondag,
Veel liefs,


Je dochter Marta xxxxxxxxxxx

Marta in betere tijden

De parabel van de verloren dochter

Ik wil jullie het verhaal vertellen van een jonge vrouw. Behalve dat ze mooi en intelligent is, kan ik geen details met jullie delen, want het is altijd oppassen voor meelezend clb-personeel of ander volk van integrale jeugdhulp. En dit wil ik van bij het begin duidelijk maken: deze vrouw is geen slechte vrouw en ondanks alles wil ze het beste voor haar kinderen.

De laatste week van het schooljaar is ingezet, rust en ontspanning lonken aan de horizon. Maar eerst moet deze vrouw nog een berg over: een week vol rapporten, oudergesprekken, dossiers, afscheidsfeestjes, sportdagen, recepties en etentjes. De vrouw waarover ik het heb staat in het onderwijs, dat heeft u goed geraden. Bovendien heeft ze drie schoollopende dochters die hun juffen ook willen bedanken met een passend geschenk. En als klap op de vuurpijl heeft het arme mens last van klinisch uitstelgedrag, waardoor één en ander samenkomt en er zich een zekere onrust heeft genesteld in haar onderbuik.

Maandag is Colruytdag, ook in hectische weken. Dus tussen een uitgelopen oudergesprek en de laatste balletles van de oudste door, racet de vrouw tussen de rekken terwijl de kinderen op zoek gaan naar hapjes. Uiteraard kiest ze in haar haast de verkeerde rij, namelijk die van het mannetje dat de hele tijd leeggoedbonnetjes toekent, en als ze betaald heeft zijn haar kinderen in geen velden of wegen te bekennen. Ze vindt ze terug bij de beenhouwerij waar de vrouw ze met moeite vandaan sleurt omdat de countrysteak bijna gaar is.

Als alle aankopen los in de autokoffer tussen de boekentassen en knutselwerkjes zijn gepropt, staat de tweede dochter erop het karretje alleen terug te brengen. De vrouw jaagt de andere twee meisjes de auto in en scheurt het parkeerterrein af. Het verkeer is erg druk en de vrouw rijdt stapvoets van verkeerslicht naar verkeerslicht. 
Ze vraagt zich af of ze het eten klaar zou krijgen voor de balletles, als ze plots geschokt en verbijsterd beseft dat er maar twee kinderen in de auto zitten. 
“Annabel! We zijn Annabel vergeten op de parking van de Colruyt! Waarom zeggen jullie niets? Het is wel jullie zus hé! Ocharme dat kind! Ze pas zeven jaar! We zijn haar vergeten! “

Net niet enkele ongevallen veroorzakend keert de vrouw haar auto en rijdt in een zenuwslopende slakkengang terug naar de Colruyt. Ze is bezorgd om haar dochter, uiteraard, die als een Grietje zonder Hans werd achtergelaten in de voorstedelijke jungle. Maar eigenlijk maakt ze zich nog meer zorgen om de andere colruytbezoekers, die nu waarschijnlijk in een grote kring rond het huilende kind staan te schudden met hun hoofden, zich luidop afvragend hoe ontaard een moeder moet zijn om haar kind te vergeten. De vrouw zet zich al schrap voor de confrontatie met de afkeurende menigte en gaat tevergeefs op zoek naar aannemelijke excuses.

Maar dan roept haar oudste dochter van op de achterbank:”Daar, Annabel! Daar loopt ze mama!”

Geen paniek, geen gehuil, Annabel heeft na een korte bezinning gewoon besloten als een echt Grietje zelf de weg naar huis te zoeken. Ze dwaalt moederziel alleen langs de drukke steenweg.

Alweer net niet enkele ongevallen veroorzakend, schiet de vrouw het voetpad op. Ze springt uit de auto en sluit haar gevonden dochter in haar armen. “Annabel toch, je huilt niet eens!”

En dan barst Annabel in tranen uit.